The next new path

Geld dat verdwijnt en geld dat er nooit geweest is. Internetbubbel, hypotheekbubbel, champagnebubbel. Banken die net niet failliet gaan maar met hun decadente feestjes blijven provoceren op de neoliberale Titanic. Want dat het neoliberaal model onherroepelijk aan zijn ondergang bezig is, daar lijkt iedereen het over eens. Zijn er radicale veranderingen in de maak of blijven we na een paar oppervlakkige aanpassingen van het systeem dezelfde koers varen? The next new path stuurt aan op antwoorden.

zondag 9 november 2008

Understanding the financial crisis, for kids and grownups



Een probleem kan pas grondig opgelost worden, als de oorzaak gekend is. Volgens dit filmpje ligt de Gramm-Leach-Bliley Act mee aan de basis van de kredietcrisis. Ook volgens Francis Fukuyama (Knack, 15 oktober 2008) veroorzaakte het slopen van de muur tussen spaarbanken en investeringsbanken, of het ongedaan maken van de Glass-Steagall Act van 1933, voor een aantal nieuwe, zeer innovatieve producten die aan de basis liggen van de huidige crisis. Een bijkomende oorzakelijke factor in de financiële crisis is de Community Reinvestment Act, ook aangehaald in het filmpje, waardoor banken door de Amerikaanse overheid verplicht werden leningen toe te staan aan niet-kapitaalkrachtige leners, waarbij men dus het risico liep dat deze leningen niet konden worden terugbetaald. In het ene geval wordt een wet afgeschaft, waardoor de banksector meer vrijheid krijgt. In het andere geval legt de overheid de banken een verplichting op. Beide dragen bij tot de huidige financiële crisis. Waarmee doet een overheid dan nog goed? Met het dereguleren of met het reguleren van de vrije markt? Of is er een tussenweg mogelijk? En moet dan het beleid rond de hele vrijemarkteconomie beschouwd worden of slechts rond een segment ervan?

Als we spreken over deregulering of regulering van de vrije markt om deze financiële crisis op te lossen, dienen we eerst te kijken wat die vrije markt precies inhoudt en welk segment van die vrije markt betrokken is bij de financiële crisis. Bouckaert en François (1) onderscheiden in de vrijemarkteconomie twee subsystemen, het financieel kapitalisme en het ondernemingskapitalisme. Het financieel kapitalisme bepaalt enerzijds, door zijn greep op geld en krediet, de bloedsomloop van het kapitalisme maar gehoorzaamt anderzijds aan fundamenteel andere wetten dan het gewone ondernemerskapitalisme. De productie van geld, waar het in het financieel kapitalisme om draait, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks bepaald door overheidsinterventie. Ze stellen dat de huidige crisis niet aantoont dat de markten van goederen en diensten, kapitaal en arbeid, met andere woorden het ondernemingskapitalisme, fundamenteel fout loopt. Waar het wel fout loopt, is in het financiële kapitalisme. Fukuyama treedt Bouckaert en François bij en onderscheidt ook de financiële markt als aparte sector in het kapitalistisch systeem. Hij deelt de mening dat het probleem van de crisis bij de financiële markt ligt.

Wat loopt er dan precies fout in dit financieel kapitalisme? Loopt er wat fout in de wetmatigheid van dit segment van de vrije markt en welke invloed heeft de overheidsinterventie? Volgens Bouckaert en François schort er wat aan de mechanismen, waarop het financieel kapitalisme drijft. Geldschepping door de overheid met de bijkomende renteverlaging gaat boven het gezond verstand. Hierdoor worden investeringen gestimuleerd zonder dat er noodzakelijkerwijs een gestegen vraag naar consumptiegoederen in de toekomst aan beantwoordt. Vroeg of laat moet dit leiden tot een sanering, met recessie als gevolg. Daarenboven, argumenteren Bouckaert en François, geeft de overheid de impliciete garantie aan ‘grote banken’ dat men hen niet failliet zal laten gaan, waardoor er een mentaliteit van onzorgvuldigheid geschept wordt in de banksector. Hierdoor kunnen rond gesofisticeerde financiële producten zoals CDO’s en ABS zeepbellen ontstaan. En last but not least, was een ingreep van de Amerikaanse overheid, de Community Reinvestment Act , de klap op de vuurpijl. Banken gaan failliet en de overheid moet de banksector uit de put halen die ze zelf mee gegraven heeft.

Een financiële sector die te veel vrijheid heeft en een overheid die de wetmatigheid van het financieel kapitalisme uit balans brengt veroorzaken een financiële crisis. Hoe kan zo’n crisis in de toekomst vermeden worden? Om een volgende crisis te vermijden, is er nood aan een financiële markt gebaseerd op gezond verstand. Fukuyama stelt meer controle voor op de financiële instellingen. Bouckaert en François stellen dat moet nagedacht worden over de monetaire constitutie van onze systemen en hoe de onbeperkte geldschepping van de overheid aan banden kan worden gelegd. Daarnaast moet de markt in financiële producten stevig onder de ‘rule of law’ gebracht worden. De producten moeten eenvoudiger worden en de verantwoordelijkheden transparanter. En ten derde dient er een reeks bestaande overheidsinterventies en toezichtmechanismen herzien te worden, zodat de perverse effecten van een wet zoals de Community Reinvestment Act, niet meer mogelijk zijn.

Het kapitalisme moet dus niet worden afgeschaft of aan een algemene voogdij van de staat worden onderworpen. Het is in het financieel kapitalisme dat er wat moet veranderen. Laat het ondernemingskapitalisme voor wat het is, de vrije markt is een belangrijke motor voor economische groei (Fukuyama). Ook Anthonissen (De Standaard 28 oktober 2008) zegt dat we niet terug naar het communisme of staatssocialisme moeten gaan, maar dat er een combinatie nodig is van back tot basics, ethisch réveil en gezond verstand. Overheidsinmenging in de financiële markt is nodig om onethische praktijken te verhinderen en de transparante producten te kunnen bieden die zo min mogelijk risico’s in houden. Te veel overheidsinmenging leidt tot destabilisering van het financiële systeem. Met bovenstaande argumenten krijgen de linkse bewegingen lik op stuk. Niet de vrije markt faalt, maar wel de financiële sector die enerzijds de pedalen verloor door te weinig controle en anderzijds een te ingrijpende overheidsinmenging. Enkel deze laatste sector heeft dan ook een beperkte regulering nodig.

(1)‘Naar een kapitalisme van het gezond verstand’ Boudewijn Bouckaert en Geert François, Cassandra Denktank

Geen opmerkingen: